Ik heb ze weer opgehaald. De schapen liepen bij boer Rooker. Die hebben heel veel land. En hun koeien krijgen in de herfst het gras niet helemaal op. Dan wordt het te nat voor die zware koeien in het weiland. Dus er blijft wat over voor onze schapen. Ideaal. Ik ben er ook heel blij mee, want ik heb thuis dan geen gras meer. De mannen van Rooker zijn er ook wel blij mee hoor. Alleen dat laten ze nooit zo erg merken. Het is voor hun ook goed dat het gras niet te lang de winter ingaat. Daar hebben we altijd wat verschillende gedachten (en belangen!) over; wat is lang en wat is kort?
Vroeger zeiden boeren altijd dat schapen gouden voetjes hebben. Goed voor de grasmat. Het beweiden/betreden van gras is goed voor de uitstoeling van de graspollen. Zo krijg je een dichtere grasmat. En een dichtere grasmat geeft meer opbrengst. We spreken dus over een (jawel…) win/win situatie. Win/win situaties heb je dus niet alleen bij managers met te brede stropdassen en bruine schoenen aan maar ook op de Aartswouder klei.
Op de foto zie je m’n moeder bij de schapen in het weiland van Rooker. Moeder gaat wel eens mee. Vindt ze heerlijk.
Vorige zondag heb ik de schapen weer thuis gehaald en binnen gedaan. Er zou een regenachtige en stormachtige week aankomen en het gras bij Rooker was inmiddels ook kort genoeg. Ze vonden het heerlijk binnen. Grof hooi voor het voerhek en smullen maar. Over ongeveer 5 weken begint de lammertijd. Binnenkort nog op drachtigheid laten controleren en enten tegen het bloed. Dan zijn we weer klaar voor de lammertijd. Veel zin in!
Leave a Reply