Rasinformatie

De Texelaar is een schapenras dat is voortgekomen uit het oorspronkelijke Texelse ras. Rond 1900 is dit oude ras gekruist met een aantal Engelse rassen om een betere wol- en vleesopbrengst te krijgen. Hiervoor werden de voornamelijk de Lincoln-, Leicester- en Wensleydaleschapen gebruikt. Zodoende werd een stabiel ras gekweekt met prima eigenschappen op het gebied van bevleesdheid, groei en wolkwaliteit. Naast de witte Texelaar is er ook een blauwe variant.

 

Rasbeschrijving
De Texelaar is een middelzwaar schaap. Een volwassen ram weegt ca. 95 kg en heeft een schofthoogte van ca. 70 cm. Een volwassen ooi weegt ca. 75 kg. en heeft een  schofthoogte van ca. 68 cm.

De Texelaar werpt één keer per jaar af. Volwassen ooien werpen en zogen doorgaans twee lammeren per worp. De worp kan reeds op 1-jarige leeftijd van een ooi plaatsvinden.

De Texelaar is ruim gebouwd , balkvormig en doet massaal aan. De Texelaar heeft een zeer goede slachtkwaliteit. De vetbedekking is optimaal.  De romp is in z’n geheel best bespierd, met extra gevulde lendenen en dijen.

De kop van de Texelaar is sprekend, heeft goede verhoudingen en is voorzien van een recht neusbeen en een brede bek. De neusspiegel is zwart en de kop is blank behaard.  De hals is voldoende lang en correct geplaatst. De voorhand is breed en diep met een goed geplaatste, vrij lange schouder en een voldoende ver naar voren geplaatst borstbeen. De middenhand is lang en breed met voldoende diepte in de ribben. De lendenen zijn breed. De achterhand is breed, het kruis lang en licht hellend. De staart is fijn en heeft een passende lengte. Het beenwerk is fijn van structuur, droog en krachtig. De wol is fijn, gesloten en vast gestapeld en bevat geen overtollig wolvet. De romp is bedekt met een witte vacht. Kop en benen zijn onbewold, maar bedekt met wit haar.

 

Fokdoel

De beide Texelaarstamboeken stellen zich tot doel de kwaliteit van de volbloed Texelaars zoveel mogelijk te verbeteren.

Worpgrootte. De ooien moeten op 1-jarige leeftijd kunnen aflammeren en gemiddeld 1,3 lam kunnen werpen. Oudere ooien moeten is staat zijn gemiddeld 2 lammeren per jaar te werpen. Minimaal 95 % van de gedekte ooien dient te werpen.

Gebruikseigenschappen. Vlot, natuurlijk geboorteverloop. Goede melkproductie (ooi moet in staat zijn in zoogperiode 2 lammeren 300 gram per dag te laten groeien).

Goede levensduur. Een schaap moet minimaal 6 jaar goed kunnen functioneren. Door fokkerij dienen moeilijk drachtig worden, ademhalingsproblemen, uierproblemen en lijfbieden voorkomen te worden.

Groeivermogen. Lammeren moeten het vermogen hebben om op een leeftijd van 135 dagen een gewicht van 44 kilogram te behalen. Bij een geboortegewicht van 4 kg is dit een gemiddelde groei van 296 gram per dag.

Slachtkwaliteit. Aanhoudingspercentage minimaal 50%. In seurop-classificatiesysteem scoort minimaal 75% E.